Kalenderleeftijd en biologische leeftijd
Doordat niet bij iedereen de timing van groei en (pubertaire) rijping gelijk is, wordt er onderscheid gemaakt tussen de kalenderleeftijd en de biologische leeftijd. De biologische leeftijd geeft aan in welke ontwikkelingsfase het lichaam verkeert en wordt ook wel bot- of skeletleeftijd genoemd. Deze botleeftijd wordt vastgesteld met behulp van een gestandaardiseerde röntgenfoto van de linkerhand. Daarop kan worden gezien in hoeverre de botjes van pols, hand en vingers volgroeid zijn. Dit is het geval wanneer het kraakbeen is omgezet in bot en de handbeentjes hun definitieve vorm hebben gekregen.
Bij meisjes wordt een botleeftijd van 16 jaar als volwassen beschouwd en bij jongens is dat 18 jaar. De botleeftijd is dus een maat voor de rijping van het lichaam. Daarom kan op grond van de botleeftijd iets worden gezegd over de lengtegroei die nog mag worden verwacht. Een jongen van 14 jaar die nog niet in de puberteit is, kan een botleeftijd van 12 jaar hebben en zal dus nog een groeispurt doormaken. Een meisje van 13 jaar met een botleeftijd van 15 jaar is daarentegen al bijna uitgegroeid.
stadium | leeftijd | kenmerk | groeisnelheid | totale groei | bereikte lengte (voorbeeld) |
foetus | de 09 maanden in de baarmoeder | de snelste groei | topgroeisnelheid 20 mm per week | ca. 50-55 cm in 9 maanden | 53 cm |
baby | van geboorte tot 1 jaar | vrij snelle groei | topgroeisnelheid 2,5 cm per maand | ca 20-25 cm in 1 jaar | 76 cm |
peutertijd | 1 tot 3 jaar | groei wordt abrupt langzamer | 2e jaar ca. 13 cm 3e jaar ca. 6 cm |
ca. 19 cm in 2 jaar | 95 cm |
het grotere kind | 3 tot 10 jaar | stabiele groei | 5-6 cm per jaar | ca. 40 cm in 7 jaar | 135 cm |
puberteit | 10-12 jaar (meisjes) 0f 12-14 jaar (jongens) |
snelle groei: de puberale groeispurt | 10-20 cm per jaar | ca. 40 cm | 175 cm |
adolescentie | 14-18 jaar | geringe of geen groei | 176 cm |
Referentie: Wit JM, et al. TNO;2011.